Gelukkig nieuw jaar

07-01-2014

Het nieuwe jaar stond op het punt van aanbreken toen een ongelukkige val een einde maakte aan wat een gezellige en bijzondere nacht zou worden.  Op weg naar het grote kampvuur op het strand en het aangekondigde vuurwerk gleed ik uit op een scheef stuk strand, de grond verdween onder mijn voeten en ik viel op mijn zij. Helaas stak net op dat punt een puntige stok uit het zand omhoog en met mijn ribbekast kwam ik net daarop terecht. Alsof er een mes in gestoken was, zo voelde het en toen ik een beetje bijgekomen was van de eerste schrik en pijn was de enige keuze om terug te strompelen naar de tent. Gelukkig werd ik goed geholpen door Salou en enkele anderen. Op dat moment was het enige wat ik verder kon verzinnen te vragen om me om het uur wakker te maken, omdat ik bang  was voor inwendige schade maar gelukkig viel dat allemaal mee. Alleen de pijn was heftig en en het was geen pretje omdat mijn slaapmatje onder normale omstandigheden al heel dun voelt en nu helemaal.

 

Nadat ik 's Ochtens wakker was geworden na een onrustige nacht dacht ik er goed aan te doen medische hulp te zoeken omdat ik bang was dat er misschien een en ander gebroken was. De dichtst bijzijnde medische post met een rontgen was naar verwachting zo'n honderd kilometer verderop. De beste keuze leek Bircama, de grootste stad in Gambia. Het zou een uur lopen zijn naar de grensrivier, maar dat werden er uiteindelijk bijna drie. Enig gevoel voor tijd en afstand is hier altijd ver te zoeken, dat was ik even vergeten. Het laatste stuk vonden we een brommer maar dat was niet echt een pretje, ondaks het vriendelijke verzoek om voorzichtig te rijden.  De weg was bar sclecht met hobbels en kuilen en bij iedere hobbel en kuil werd het mes weer in mijn ribben geprikt. Zo voelde het. Met een kanootje de rivier over en toen verder met drie verschillende busjes naar Bircama.

 

Het was al laat in de middag toen we aankwamen. Er is een redelijk groot ziekenhuis maar ze bleken geen rontgen te hebben. De enige rontgen zou in de hoofdstad Banjul  moeten zijn. We bezochten daarna een lokale medicijnman die me deskundig bevoelde en constateerde dat ik niks gebroken had. Dat was een opluchting. De volgende dag zijn we toch voor de zekerheid nog naar Banjul getogen en de foto's wezen gelukkig hetzelfde uit. Ik was blij dat ik niet in het ziekenhuis hoefde te blijven, hoewel de geboden hulp prima was. Maar je wordt daar geconfronteerd met veel ellende.  Onderzoeken vinden plaats terwijl omstanders er omheen staan te kijken en zich er mee bemoeien, de hygienische omstandigheden leken me vrij beperkt om het maar voorzichtig te zeggen.Onderweg van de ene naar de andere afdeling bedelde een hoogzwangere vrouw om 300 Dalassi (6 Euro), het bedrag wat ze nodig had om in het ziekenhuis te mogen bevallen. Het is een bekende truc die ik vaker had gehoord maar je voelt je er toch rot onder om niets te geven.  Ik kreeg van de vriendelijke arts, hij was al gepensioneerd maar terug gekomen omdat er te weinig artsen zijn, een recept voor een zakje pijnstillers en vitaminen en het herstel kon beginnen.  Ik heb me een paar dagen rustig gehouden en het gaat goed.

 

Ondertussen zit ik weer op de fiets. Ik kan weer goed bewegen en diep ademhalen en ik ben samen met Salou, een vriend die ik in Abene heb leren kennen, begonnen aan wat moet worden een 'tour de Casamance'. De Casamance is een prachtig en behoorlijk ongerept stuk natuur. Salou is van de Diola stam, de belangrijkste en sterkste stam die dit gebied bevolken. Hij spreekt de taal, heeft overal zijn conacten en alle Yora's zijn brothers of sisters, afhankelijk van het geslacht. Wanneer een Diola een Diola tegenkomt dan worden gelijk de familie verbanden onderzocht en besproken hoe, via welke contacten of banden ze met elkaar verbonden zijn. Op de manier van: "Van wie ben jij der eentje je". Maar het is voor mij een hele nieuwe dimensie van mijn fiets avonturen en ben benieuwd wat dit allemaal gaat brengen. Hij heeft een oude mountainbike geleend van een vriend, die hebben we voor in totaal nog geen 10 euro laten voorzien van nieuwe remblokjes, geheel nieuwe bekabeling, een stevige pakjesdrager, een hogedruk fietspompje, een flesje kettingolie en alles is netjes afgesteld en werkt weer. Mijn voortassen zijn nu zijn achtertassen, de tent op de drager. Het scheelt mij een hoop gewicht en hij is er beretrots op. Een mooi duo.

 

Maandagochten vertrokken we uit Abene. Verraste blikken met name voor Salou want voor hun is het heel bijzonder dat iemand ver gaat fietsen, helemaal wanneer het eentje van hunzelf is.  We deden vandaag 80 kilometer En menigeen gelooft niet eens dat dat uberhaupt mogelijk is. We eindigden onze dag in Bessire, niet zover van Bignone en Thionck Essyl. Een dorpje van niks maar voor anderhalve euro kochten we een kilo verse vis en voor nog zo'n bedrag de rijst, kruiden en uien. Genoeg voor een formidabele maaltijd. We vroegen in het dorp of we er mochten kamperen en dat was geen enkel punt. De fietsen staan veilig in een huis, Salou zou gaan koken maar voordat hij er aan kon beginnen nam de vrouw des huizes het spul hem uit handen en ging aan de slag. Heerlijk gegeten en in overvloed. Afrika is zo slecht nog niet.

Meer dan 30 meter hoge Baobab boom

 Van Salou hoor ik veel over Afrika. Hij baalt er af en toe van dat het beeld wat van Afrika in de Westerse media wordt getoond altijd zo negatief is. Hij is trots op zijn land en trots op zijn Afrikaan zijn. Mijn beeld wordt ook behoorlijk bijgesteld, al zitten er wel twee kanten aan. Wil je het hier naar je zin hebben dan moet je een beetje afrikaan worden, de dingen meer laten komen zoals ze komen, niet te veel plannen maken want het loopt toch altijd anders en je daar vooral niet aan ergeren. OK de armoede is hier groot en af en toe schrijnend maar het elkaar hulp bieden, de onderlinge solidariteit is groot. En als er iets te vieren valt, dan wordt dat groots aangepakt. In de regentijd zijn er weer besnijdenis feesten en de voorbereidingen zijn nu al begonnen. Overal zie je de te besnijden jongens in speciale broeken  en met kralen om hun nek rondlopen.  Over vrouwen heb ik nu niets gehoord maar ook dat is hier nog steeds een geaccepteerd ritueel, zoals ik al eerder had beschreven.

 Afrika heeft een sterke cultuur van rituelen, geloof en bijgeloof. Hoewel het een islamitisch land is,wordt daar vrij praktisch mee omgegaan, slechts weinig vrouwen dragen een hoofddoek en als de dames  op stap gaan dan wijst niets erop dat ze islamitisch zijn: de rondingen mogen gezien en bewonderd worden, vooral de achterkant. Dansen is hier een tweede natuur en iedere gelegenheid wordt aangegrepen. En als blanke hier heb je veel aandacht, leeftijd speelt geen rol maar ik denk dat een kans op een paspoort naar het rijke westen wel heel erg meespeelt dus ik maak me maar geen illusies.

 

De ergernissen zijn er ook. Het voortdurende gebedel wekt toch de nodige irritatie op. Veel kinderen die vragen om 'mintie', wat snoep of muntjes kan betekenen. In Gambia is het bij wet verboden om kinderen allmoezen te geven maar er zijn altijd nog van die onverantwoordelijke toeristen die toch iets geven waardoor ze het gebedel niet alleen in stand houden maar de kinderen ook de prikkel ontnemen om zich verder te ontwikkelen, om naar school te gaan, omdat ze met bedelen soms meer verdioenen in een uur dan hun vader met een dag hard werken. En op medicijnen zijn ze ook gek hier. Zodra bekend werd dat ik pillen had voor de pijn,  komen er mensen op me af die ook pijn hebben, tandpijn of andere pijnen en dan willen ze pillen. Vanochtend nog toen ik mijn doordrukstrip tevoorschijn had gehaald op een plek waar ik naar ik dacht niet gezien werd, kwam een oude man op me af die alle plekken begon aan te wijzen waar hij iets had en hij dus mijn pillen wilde. Ik vertelde dat het hele speciale pillen waren en dat alleen ik die kon nemen, ondertussen wijzend op mijn ingewanden. Daarna was de pijn blijkbaar gauw over want hij wandelde fleurig weer verder.

 

Hier in de Casamance heeft lange tijd een rebellenopstand gewoed. Ze wilden onafhankelijkheid maar slechts een klein deel van de bevolking stond daar echt achter en de rebellen hadden amper de symphatie van het volk. En het beetje wat ze hadden, hebben ze verspeeld ondertussen. Maar de gevolgen zijn groot. Het gebied moet het heel erg van toerisme hebben dat ligt behoorlijk plat. Langs de kust staan schitterende resorts er verlaten bij, de daken soms ingestort en de huisjes overgroeid door de jungle. Anderen proberen nog de schijn op te houden doordat de eigenaren de zaak blijven onderhouden, hopend op betere tijden. Er zijn nul gasten. Hier en daar staan bordjes 'Te koop'  maar ook die bordjes zijn vaak al scheef gezakt van ellende.

 

De tour de Casamance gaat denk ik wel een weekje of twee duren. Morgen richting Zigunchor, de hoofdstad. Het gebied wordt gekenmerkt door rivieren, moerasachtige stukken en jungle. En na Zigunchor gaan we verder het binnenland in. We gaan het rebellengebied, voor zover daar nog sprake van is,  zo goed als mogelijk omzeilen en daar maak ik me verder ook niet teveel zorgen over.  Het is hier op het ogenblik rustig en de mensen willen stabiliteit. Op plekken waar het gevaarlijk zou kunnen zijn, daar kunnen we niet eens komen en Salou is een Yola, de rebellen zijn dat ook. Bovendat werken ze alleen in het donker, dan slapen wij. Het laatste stuk van de tour zal waarschijnlijk door Gambia lopen. Ik wil eens onderzoeken of het mogelijkheden zou kunnen  bieden hier in de toekomst fietsreizen te organisren. Het lijkt me een geweldige bestemming.

 

Ik ga er vanuit dat er weinig tot zeer weing internet mogelijkheden zullen zijn dus een vervolgstuk kan weer enige tijd in beslag nemen. Ook ben ik telefonisch niet meer bereikbaar op het eerder gegeven Gambiaanse nummer maar wel op mijn Senegese nummer  +2217818796.


« Terug