Nog 1 keer door de bush

29-03-2014

Je huiswerk maken bij het licht van een straatlantaarn omdat er thuis geen lamp is. Een meisje zit met haar kleine broertje naast zich in een schriftje te turen. En dan heb je nog geluk dat hij brandt want in het grootste deel van de steden is het aardedonker na zes uur 's avonds. In een heel land geen electriciteit, zowel in Guinea als in Guinee Bissau is voor ons bijna niet voor te stellen. Sjouwen met blokken ijs om je spullen te koelen. Koken bij het licht van kaarsen op een houtskoolvuurtje. Je weg zoeken met een zaklantaarn, radio's op batterijen en geen oplaadbare want die kun je hier alleen opladen wanneer je de beschiking over een generator hebt. Vaak hebben kappers of speciale oplaad winkeltjes een generator die stroom levert voor mobieltjes en dergelijke apparatuur. Nee, ook zonnepanelen zie je hier amper, waarschijnlijk te duur in aanschaf. Nergens heb ik op markten zoveel zaklantaarns en batterijen te koop gezien. En al die batterijen belanden na gebruik natuurlijk niet bij het chemisch afval maar liggen verspreid op straat of op de afvalbulten. Miljoenen, dat wordt nog weer een probleem maar dat komt later.

Ook TV zie je hier amper al heeft ieder klein stadje wel een cafeetje waar een TV staat afgestemd op voetbal. Daar zit het hele dorp dan te kijken naar wedstrijd nummer zoveel. In de kleine nederzettingen op het platteland is over het algemeen helemaal niets behalve dan soms een krakende transistorradio waar ook voetbal uitkomt. Ja en wat doe je als je geen TV hebt? Vroeg naar bed en morgen gezond weer op. Het stikt hier van de kleine kinderen, kinderen van vijf, zes jaar lopen al met een broertje of zusje op de rug. Meisjes van een jaar of veertien, vijftien lopen met een dikke buik of met hun eerste kind. Dat is ook Afrika.

Maar gelukkig, er waait even een koel briesje over de binnenplaats van mijn hotelletje. Ik ben even terug in Bissau en dat is wat dat betreft wel een prettig stadje, het is er niet te gek heet door de frisse bries uit zee. Ik ben hier even terug om te kijken of ik hier het Senegalese visum nog kan regelen of dat het echt aan de grens kan. Het is nog 300 kilometer fietsen naar Banjul International Airport volgens mijn GPS, dat is in een paar dagen te doen want het gaat over een mooie gladde asfaltweg. In het hotelletje hier kreeg ik zomaar zonder te vragen korting omdat ik ondertussen vaste klant ben. Ook dat gebeurt in Afrika dus.

Ja van asfalt kun je zeggen wat je wilt maar het fietst wel lekker door. Dat was de laatste paar dagen wel anders. Vanaf Labe ging de mooie asfaltweg al gauw over in een gravelroad en later in een soort cakewalk pad, hotsend en botsend van de ene kuil in de andere. Maar wel in een mooie omgeving, dat gelukkig wel. Er was zeer weinig verkeer, heel af en toe een grote vrachtwagen en hoe die daar door komen daar begrijp ik niet veel van. Eentje was er dan ook halverwege blijven steken en blokkeerde daarmee de hele weg. Gelukkig had ik daar met mijn fiets geen last van maar er stond een rijtje vrachtauto's te wachten op de dingen die komen gingen. Als er al iets gaat gebeuren, wrakken worden soms gewoon verlaten en aan de natuur overgegeven. Wat dat betreft is Afrika, en ik weet niet of dat het hele continent betreft, de stortplaats van Europa wat oude auto's aangaat. Veel vrachtauto's rijden nog rond met de naam van de vorige Europese eigenaar, ook Nederlanders en Belgen. Ze rijden hier tot ze echt niet meer voor of achteruit kunnen en worden vervolgens langs de kant van de weg gezet waarbij alles wat nog enigszins bruikbaar is er af wordt gesloopt. Het karkas roest langs de weg.

Ja Afrika is zeker prachtig tenminste wanneer je van enig avontuur houdt en niet te bang bent om er van te genieten. En dan vind ik de fiets toch een hele prettige manier van reizen, overal waar ik langs kom word ik met enthousiasme begroet. Dat is toch wel even anders wanneer je Afrika doet met zo'n grote vrachtauto/bus van Overlanders of dergelijke reisburo's. Hoog gezeten, meer dan twee meter boven het wegdek denderen ze me een paar keer voorbij. Als reisleider zou ik het zeker wel willen doen maar als passagier lijkt het me helemaal niks. Je rijdt langs alles heen, bekijkt het land als in een film en maakt geen deel uit van het leven hier. En maak je een stop in een dorpje dan ben je gelijk met twintig man, een soort overval. Om even het verschil te illustreren: Ik was hun voorbij gefietst terwijl ze even een fotostop maakten of de benen konden strekken. Een paar kilometer verderop zag ik een dorpje met een waterpomp. Mijn waterflessen waren bijna leeg dus een mooie kans om deze even bij te vullen. Fiets geparkeerd en bij de pomp werd ik met gejuich en gezang ontvangen door een groepje prachtige Afrikaanse dames die met ontbloot bovenlijf aan het pompen waren, hun haren zaten te wassen of zomaar wat rond te hangen. En daar zit ik dan gezellig tussenin terwijl de dames mijn flessen volgooiden. Even later zag ik de grote truck voorbij rollen. Ze hadden volgens mij niet eens in de gaten wat ze misten.

Sinds vertrek Labe heb ik vijf keer wildgekampeerd in een week tijd. Er was eigenlijk geen andere keus. Een keer kon ik in een dorpje terecht wat erg leuk was maar dan heb je 's ochtends het gekukeleku van die rothanen weer. Het blijft voor mij onvoorstelbaar dat mensen daar tegen kunnen, elke ochtend om vier uur wakker te moeten worden van die hanen. Daarom geef ik toch vaak de voorkeur aan kamperen in de bush, dan wordt je op een normale tijd wakker omdat de zon op komt. Soms is het ook wel spannend. Op een van de nachten werd ik wakker vanwege geschuifel rond mijn tent. Ik kon niets zien maar hoorde duidelijk dat er iemand rond mijn tent liep en af en toe stil bleef staan. Uiteindelijk besloot ik toch maar te gaan kijken en verschrikt door het licht van mijn felle zaklantaarn sjokte een nieuwsgierige koe weg. Meestal sta ik op plekken waar ik geen mensen meer verwacht maar soms komen ze toch uit het niets en staan ze ineens naast je tent. Maar altijd vriendelijk, nieuwsgierig en niet begrijpend want slapen in de bush dat zullen ze zelf nooit doen.

Van Niek kreeg ik bericht dat het Ebola virus heerst in Guinea. Dat soort dingen krijg je hier dus absoluut niet mee. Het was voorzover ik vanmiddag op internet zag alleen in het zuiden geconstateerd en daar ben ik niet geweest dus dat scheelt dan weer. Maar bedankt voor de waarschuwing. En leuk dat je me volgende week zaterdag morgen zo vroeg van Schiphol komt halen. Heel gezellig.


« Terug