Malawi in het water

11-02-2015

Vanaf Tete is het nog maar een paar dagen fietsen naar Malawi. Maar de weg gaat lichtjes omhoog en dan is het alsof je de hele dag met een lekke band fietst. Zwaar vermoeiend af en toe. Het land is leeg. Hier en daar wat kleine dorpjes, wat huisjes onderweg en boeren op het veld. Hier wordt wel de nodige akkerbouw bedreven. Ik zie mais, suikerriet en iets wat lijkt op aardappelen. Soms is er een klein marktje onderweg, daar is in een aantal gevallen ook wel een klein winkeltje te vinden maar meestal is er niet veel te koop. Ik ben al blij met een pakje melkpoeder, soms hebben ze lauwe cola of fanta. Ook verkopen ze hier en daar een soort oliebollen en harde smakeloze cakejes. En overal zie ik tomaten. Manden vol, dorpje na dorpje, overal tomaten. Het is zeker oogsttijd? Bij ieder mandje zit een vrouw of een paar kinderen om te verkopen. Maar wie gaat al die tomaten kopen? Klanten zie ik in het geheel niet. En wanneer ik een paar wil kopen wordt ik bestormd door meerdere verkopertjes. Maar ik hoef er maar een stuk of drie of vier. Geen emmers vol.


Ik overnacht zowaar op een camping. In een klein dorpje was het markt en daar waren tot mijn verrassing meer zaken te koop als tomaten. Ze hadden ook uien, knoflook, paprika en aardappelen. Ik vroeg twee aardappelen en er werden twee emmers voor mijn neus gezet. "Nee" zei ik: "Ik hoef er maar twee, geen twee emmers". Dat was lachen. Nadat ik twee aardappelen had gepakt, een paprika en wat uien en een bolletje knoflook vroeg ik naar de kosten. Zo weinig konden ze blijkbaar niet uitrekenen of ze vonden het niet de moeite en lachend werd me te verstaan gegeven dat ik het zo mee mocht nemen. Eet smakelijk.


In dat dorp vond ik dus de camping. Ik moest een tijdje wachten want de pastoor was onderweg. Hij was de beheerder. Mijn tent kon onder het afdak zodat ik niet nat kon worden en ik kreeg een ruime keuken tot mijn beschikking. De wachtsman werd gebeld en kwam wat vroeger zodat hij het warme water op kon stoken. Ik zei dat ik ook wel koud kon douchen maar daar was geen sprake van. Ik was de enige gast en misschien ook wel de eerste in een lange tijd.


De volgende dag reed ik het laatste stuk naar de grens met Malawi. Ik wilde wildkamperen maar het was moeilijk om een goeie plek te vinden. Uiteindelijk fietste ik door naar de grens maar het was al donker toen ik daar arriveerde. Het was een enorme drukte, rijen vrachtauto's die daar stonden te wachten en veel mensen met enorm veel bagage. Geen idee waar ze allemaal vandaan kwamen. Na de ebola test, een termometer op het voorhoofd, kreeg ik mijn stempeltje en mocht Malawi in. Gelukkig vond ik in het donker een lodge waar ik kon overnachten.


Malawi is een land ongeveer 2 1/2 keer zo groot als Nederland wat betreft landoppervlak. Het ligt aan het enorm grote Malawimeer dat ongeveer zo groot als Nederland is. Het is het op twee na grootste zoetwatermeer van Afrika. Malawi heeft er veel plezier van, er zit vis en het is een toeristische trekpleister. Ik verbaas me dat ik nog weinig zie van het overstromingsgebeuren maar dat wordt wel anders wanneer ik het meer nader. Grote stukken land staan nog onder water, de rivieren en kleinere stroompjes hebben het druk om het overtollige water af te voeren. Later is ook de weg gedeeltelijk weggeslagen maar de gaten zijn al gevuld dus ik kan er prima langs. Later, op een wat primitievere route rond het meer werd het lastiger. Met de fiets moest ik af en toe door diepe plassen en soms ging ik bijna met de assen door het water, Een keer hielden mijn tassen me tegen en stopte de fiets prompt midden in een plas. Twee natte voeten was het gevolg, ik was allang blij dat ik niet languit in het water lag.

Bij een rivier aangekomen was de brug volkomen weggeslagen. Je kon niet eens meer zien dat er ooit een brug was geweest. Jonge entrepreneurs zagen een gat in de markt in de vorm van een gat in de weg en boden aan mijn fiets door de rivier te sjouwen. Met zijn drieen tilden ze mijn fiets inclusief bagage boven hun hoofd en liepen door het stromende water. Ik er achteraan, het water kwam tot net boven mijn knieen. Verder ging het weer, soms half door het struikgewas omdat de paden te nat waren maar ik kwam uiteindelijk weer op de echte weg uit. Die veranderde helaas weer in een zandpad en weer kwam ik voor een gat in de weg te staan. Ook hier was geen brug meer te bekennen. En ook geen hulp dus nu moest ikzelf aan de bak. Tassen eraf en de fiets omhoog tillend liep ik door het water. Daarna in twee keer de tassen ophalen en weer opladen. Het ging allemaal goed maar ik zat onder de modder, mijn schoenen vol slijk en de fiets en de tassen zaten onder de drek. Maar dat komt later wel weer.


Ik had verwacht dat er rond het meer overal accomodatie was maar dat viel een beetje tegen. Nergens was iets geschikts te vinden en het werd donker en het spoelde van de regen. Eindelijk kwam ik in een dorpje, Chipoka waar iets zou moeten zijn. Dat bleek gelukkig ook. Een jongeman, zo dronken als een tor, kwam naar me toe wat ik wilde en hielp me zo goe den zo kwaad als mogelijk was naar een guesthouse. Ik was moe en hij wilde perse mijn fiets naar mijn kamer brengen en lag even later met het hele spul languit in de gang. De vrouw van het guesthouse schold hem helemaal verrot. De volgende dag, bij mijn vertrek, kwam hij zijn excuses aanbieden en vroeg gelijk om wat geld. Hij had niets meer, alles was opgegaan aan de drank. Ik zei hem dat dat een beetje dom was en dat hij dat eerder had moeten bedenken. Het normale bier is hier van Carlsberg die een brouwerij heeft in Malawi. Maar het meest gedronken wordt een lokaal bier verkrijgbaar voor de helft van de prijs van een flesje Carlsberg maar dan is het wel een liter in een kartonnen pak. Ik heb het maar niet geprobeerd.

Mijn laatste dagen van deze reis. Ik ben in Sengha Bay aan het meer. Het is maandag en ik heb nog twee hele dagen in Malawi. Een dagje relaxen was de bedoeling. Vanochtend de fiets schoon gemaakt. Er kwam een hoop modder af. Twee spaken achter waren gebroken en eentje voor was dat al eerder. Dus ik heb drie spaken vervangen. Eindelijk mijn 'Nex Best Thing' kunnen gebruiken die ik al sinds twaalf jaar altijd in mijn bagage heb. Verder lijkt de fiets goed in orde als zal Marten Gerritsen daar ongetwijfeld anders over denken.

Morgen fiets ik naar Lilongwe en hoop dat ik het in een dag kan halen. Ca. 110 km maar dan wel grotendeels omhoog. Vroeg op pad dus. Donderdag vlieg ik naar Nederland waar ik vrijdagmorgen hoop aan te komen.

Iedereen die weer af en toe acherop is gesprongen: Bedankt voor het virtueel meefietsen. Bedankt voor alle emails en berichtjes in het gastenboek. Ik hoop iedereen gauw weer te zien..


« Terug