Koffie

07-02-2017

In een heel klein koffietentje in het nogal toeristische monumentale stadje Barichara bestelde ik een kop koffie. Zorgvuldig werd de juiste hoeveelheid bonen in een handgedreven koffiemolen gegoten en rustig draaide de man aan de slinger en kwam de gemalen koffie er onder in een bakje. Dit goot hij over in en soort filtertje waarna het stevig drie keer werd aangestampt. Vervolgens heet water er op en met een handpers zakte het bruine vocht in mijn kopje. Beetje schuim erop, ik bestelde tenslotte een espumanto, en na tien minuten vol spanning wachten had ik mijn koffie. Zo lekker had ik het nog nooit geproefd. Ik zou er bijna  morgen voor omfietsen om die smaakbeleving nog eens te ervaren.

Ik ben gisteren aangekomen in San Gil, een bergdorp aan de rand van de Andes en bekend om zijn actieve mogelijkheden: paragliding,  hiking, bungee jumping en raften.  Maar er zijn zo ongeveer geen toeristen dus het is rustig in het hostel waar ik een kamer deel met een Franse jongeman die het fietsen net heeft ontdekt en er helemaal blij van wordt. Hij kocht een mountainbike in Bogotá,  maakte van lege plastic bakken zijn eigen fietstassen, heeft een tentje en trekt voor bijna niks door grote delen van Colombia. 

Vandaag bracht ik zonder bagage, een bezoek aan Barichara. Best de moeite waard om te zien. Als je er rond loopt kun je je inderdaad voorstellen hoe het er honderden jaren geleden bij lag. Maar wel jammer dat er auto's en brommers door de straten rauzen, dat neemt toch de lol een beetje weg. Bovendien hebben monumenten in mijn ogen altijd iets kunstmatigs, bijna te mooi. En van de eeuwige toeristen prullaria, de zogenaamde souvenirs word je ook niet vrolijk. Dan heb ik liever mijn oude hotelletje van twee dagen geleden, ongeveer 200 jaar oud en sindsdien niet veel aan veranderd. Het had ook de luxe van 200 jaar geleden  maar dat was tenminste  echt. 

Zelf ben ik een beetje aan het dubben over de te volgen route, een keuze tussen meer verkeer en vlakker of praktisch geen verkeer maar weer klimmen en klauteren. Het lastige is dat niemand hier echt weet hoe het is op een fiets en  niet kan inschatten wat wel en niet mogelijk is. De weg die ik hierheen gekomen ben via Onzuga en Mogotes was echt onmogelijk met een fiets volgens de beheerder van het hostel.  Niet gelovend  keek hij me aan. Dat kon niet.

In ieder geval wil ik graag een stukje van de oude levensader van Colombia meepikken.  De Rio Magdalena, een beetje de Yang-tse-Kiang van Colombia.  Hierlangs gingen vroeger de grote transporten tussen binnenland en de zeehaven Barranquilla maar de rivier is dicht geslibt door erosie, een gevolg  van het ongebreidelde kappen en verbranden van de bossen. En de mijnbouw schijnt ook een slechte invloed te hebben gehad. Daarnaast zijn vele wegen privé eigendom van rijke politici die er dus belang bij hebben dat die wegen veel bereden worden door liefst grote vrachtauto's.  Dat levert wat op, op veel plekken  wordt tol geheven. Maar fietsers mogen voor niks. Ja zo legt een zeer economische en relatief schone manier van transport het af tegen de vervuilende auto industrie. Daar hoef je geen sjoemelen voor te hebben gestudeerd om dat te begrijpen. Deze informatie heb ik overigens niet van mezelf maar komt uit het boek 'De Geugenrover' van Michael Jacobs over zijn reis naar de bron van de Rio Magadalena. Een mooi reisverhaal voor wie iets meer over Colombia wil lezen.


« Terug