Langs de Rio Magadalena

28-02-2017

De Rio Magadalena, ik schreef er al eerder over, stroomt bij Barranquilla de zee in. In de monding lagen een paar grote zeeschepen. Verder de rivier op kunnen ze niet want ze worden tegengehouden door een vaste brug. Deze brug was ooit de grootste of langste van Zuid Amerika maar was, opzettelijk of per ongeluk, te laag gebouwd waardoor destijds de rivier werd afgesloten voor een groot deel van de scheepvaart. Dit naast het dichtslibben door erosie en mijnresidu. Killing voor ooit de belangrijkste verkeersader van het land. Maar tot mijn verbazing zag ik dat er momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe brug.  De pijlers lijken een meter of tien hoger dan de huidige dus het lijkt erop dat ze de rivier toch weer voor een deel in ere willen herstellen.

 

Colombia is trouwens hard bezig om zijn infrastructuur op een hoger plan te brengen. Op veel plaatsen wordt aan de weg gewerkt en de weg die ik over de brug rechtsaf sla, een klein weggetje op de kaart, gaat op de schop en wordt een brede tweebaansweg. Hij moet alleen nog even geasfalteerd worden want nu fiets ik door het zand en losse stenen en iedere passerende auto omhult me in een wolk van stof. Gelukkig is er weinig verkeer. De aanleg van zo'n grote nieuwe weg heeft wel twee kanten, het ontsluit de dorpjes verderop langs de rivier en zal de reistijd voor deze mensen en goederen enorm verkorten. De keerzijde is dat de weg door een behoorlijk stuk ongerepte natuur gaat, het moerassige laagland van de monding van de rivier met veel vogels, iguanas en andere wilde dieren. Er schijnen zelfs nog krokodillen te zitten. Onderweg stak een soort otterachtige voor me de weg over en grote roofvogels scheren soms laag over mijn hoofd.

 

Ik heb het naar mijn zin hier. Na drie dagen de carnavaleske sfeer van Puerto Colombia en Barranquilla vond ik het prima om de stad weer uit te rijden. Zondag ben ik nog een tweede keer naar Barranquilla gegaan samen met een Schot, een Zwitser en een Californische, want mensen uit Californië komen nooit uit de USA. Dat was heel gezellig maar deze keer stonden we bijna op het eind van de parade en dan is de grote pret wel over. Een enkele dansgroep deed nog zijn best maar het gros slenterde dodelijk vermoeid langs. Dus dat hielden we redelijk snel voor gezien. Wel kon ik daardoor nog wat foto's maken en een impressie daarvan staat nu op Facebook. Maar ook hier langs de rivier schallen de carnavals hits veel te hard uit slechte luidsprekers. En 's avond in Remolino, het dorpje waar ik de nacht doorbreng, wordt er de hele avond vrolijk gedanst en vooral veel bier en aguardiente gedronken waardoor het dansen soms ontaard in het nog net overeind kunnen houden van de man door de vrouw waarmee hij denkt te dansen.

 

Uiteraard ben ik de enige gringo in het gezelschap. Aanspraak genoeg.   Ik probeer me te herinneren of ik het ooit ergens zo heet heb gehad.  In Azië op de Philipijnen en Indonesië kon het ook snikheet zijn en Afrika kan er ook wat van maar hier is het echt  bloedverziekend heet. Mijn bidon met bijna heet water is snel leeg maar ik heb altijd  voldoende reserve bij me, alleen dat wordt ook warm. Onderweg kom ik met regelmaat door een dorpje en daar is meestal wel een winkeltje waar ik iets te drinken kan kopen. Soms koude yoghurt of appelsap. Helaas is als in vele arme landen alles veel te zoet. De suikerlobby maakt hier blijkbaar overuren. Het enige wat nog niet zoet smaakt is het ijskoude  biertje dat ik mezelf graag gun zodra ik weer een hotelletje heb gevonden.

 

Hoewel hotelletje soms een beetje een groot woord is. Ik vraag altijd om een plek om te slapen en vaak is dat dan een woning of restaurantje waarachter wat kamers schuilgaan die voor meerdere doelen worden verhuurd, dus ook om gewoon de nacht te slapen. Meestal wordt er wel een jongetje met een fietsje voor me uitgestuurd die me heel trots de weg wijst. Daar maak ik dan dankbaar gebruik van. Een kamer is gelukkig altijd uitgerust met een ventilator die ik vandaag aan de praat krijg door twee electricteitsdraadjes in elkaar te haken waardoor er nu een sneldraaiende schommelende en zeer lawaaiige propellor boven mijn bed de lauwe lucht door elkaar maalt. Het zweet gutst 's avonds laat nog steeds van mijn lijf.


« Terug