De Caribische kust

11-03-2017
Vanaf Maicao heb ik me laten leiden door de wind. Dus zoveel mogelijk de wind de in de rug. En dat betekende dat ik niet bij Cabo de la Vela terecht kwam maar rechtstreeks naar Riohacha. Dit stadje is een soort badplaats in wording al wordt het het net niet. Maar het kan nog komen. De lange boulevard ligt er verlaten bij behalve dat het vol staat met kleurrijke geweven tassen en andere prullaria waar niet veel mensen op zitten te wachten. Een lange wandelpier steekt een eind de zee in. En zelf kom ik na enig omzwerven uit bij een hostel in wording waar genoeg ruimte is om te mogen kamperen. Een mooi plekje voor mijn nog weinig gebruikte tentje. 
  
Het strand is vlakbij en nog bezweet van de snelle fietstocht duik ik de lauwe golven in. Fantastisch gevoel blijft dat. De vissers met hun kleine bootjes gaan onverstoorbaar hun gang en zetten iets verderop hun netten uit. Ik zie dat ze iedere ronde een paar visjes vangen. 
  
De volgende dag is het aanmerkelijk drukker op de boulevard en die dag maak ik gebruik van de lokale tandarts. Een nare ontsteking in mijn bovenkaak plaagt me al langere tijd. Een penicilline kuurtje heeft wel geholpen maar het komt weer terug dus ik krijg er een langere kuur achteraan. Ik zal er het beste maar van hopen.  
  
Ik verheug me toch weer op de kustroute richting Santa Marta. De weg loopt aardig langs strand en zee volgens de kaart maar ook deze keer blijken de toegangen naar het strand uiterst beperkt. In Nederland is het een groot goed dat onze stranden overal en zonder kosten  bereikbaar zijn maar dat is hier niet het geval.  Tegen de avond vind ik een klein strandgebeuren maar het is helaas net naast een grote centrale die vlak aan de zee staat. Het eenvoudige ontbijt wat ik de volgende ochtend kreeg was lekker maar ook gelijk het duurste wat ik in heel Colombia had gehad. De prijs van een flink diner in een van de betere restaurants. Op mijn vraag waarom het zo kostbaar was stelde hij de wedervraag of ik wel enig idee had wat de kreeften tegenwoordig kosten. "Maar ik had gewoon twee eitjes" probeerde ik nog. Zijn vrouw bracht hem tot rede en maakte er een iets netter bedrag van.
 
Wanneer ik de volgende morgen doorfiets kom ik bij een ecolodge die eigenlijk liever geen fietsers heeft. Want die vervuilen het strand zo. Ik kijk hem vol verbazing aan. Hij vertelt dat hij liever mensen met auto's of campers heeft want die houden alles in de auto. Ik  vroeg hem of hij dan niet liever helemaal geen gasten had, maar dat was niet het geval. Ik mocht er wel kamperen maar moest dan het dubbele campertarief betalen.  Daarvoor heb ik vriendelijk bedankt. 
 
Twee voorbeeldjes hoe het in de meer toeristische streken toegaat. In het niet toeristische Colombia heb ik van dit soort praktijken nooit last gehad maar hier is het raak. Veel minder vriendelijk en minder service waar ze denk ik uiteindelijk niet beter van worden omdat alles tegenwoordig op websites als TripAdvisor, Booking.com of gewoon via Facebook openbaar wordt gemaakt.
 
Uiteindelijk ben ik in Palomino terecht gekomen. Een supertoeristisch soort hippie dorpje  waar ik me niet echt thuisvoel. Het smalle strand is ongelooflijk druk en dan vraag ik me af waarom ze met zijn allen op die paar vierkante meter  bivakkeren terwijl er iets verderop tientallen kilometers lege stranden zijn. Maar misschien zijn ze hier ook gestrand, net als ik.  Morgen fiets ik weer verder. 

« Terug