De grens met Bangladesh

18-10-2011

Om aan het rauwe verkeer van de National Highway 34 te ontsnappen besluit ik een kleine weg langs de grens met Bangladesh te pakken. Stel je overigens niet teveel voor van een National Highway. Het is een hobbelige strook asfalt waar twee vrachtauto's elkaar net kunnen passeren en dat doen ze met een enorme snelheid. Ondertussen hangen ze met hun volle gewicht op de claxon zodat alles wat minder wielen heeft nog enkele seconden de tijd heeft om een veilig heenkomen te zoeken. Ik hield dat al gauw voor gezien en besluit dit soort wegen te mijden als de pest.  De kaart van Reise Knowhow biedt ook deze reis weer bijzonder goede waar voor zijn geld. Voor een kaart van deze schaal, 1 op 1.500.000, biedt hij bijzonder gedetailleerd de mogelijkheden aan. Ik  gebruik deze kaarten bijna voor al mijn reizen en iedere keer sta ik weer versteld van de enorme bruikbaarheid van deze kaarten. Bovendien zijn ze sterk, kunnen goed tegen vocht, ik kan ze op allerlei manieren vouwen en in mijn hoesje proppen en ze zijn onverslijtbaar.

Op het weggetje dat min of meer de grens met Bangladesh volgt is het rustiger. Er komen hier trouwens ook niet veel toeristen, af en toe krijg ik de indruk dat ik de eerste ben, in ieder geval op de fiets. Veel reacties langs de kant van de weg, kinderen die angstig wegduiken en iedere keer als ik stop staan er binnen de kortste keren tientallen mensen rond mij en mijn fiets. Vaak krijg ik thee aangeboden en koekjes. Mensen fietsen een stukje met me op en erger nog, brommers met starende mannen blijven eindeloos naast me rijden. Soms word ik er gek van en vraag hun om door te rijden, maar ze snappen het niet. Wanneer ik versnel, gaan ze mee. Wanneer ik een plasstop houdt, stopt het hele circus en staart naar mijn achterkant. Kennen ze hier geen enkele privacy dan?images/india_1150.jpg

Vanmiddag werd ik staande gehouden door een journalist en een fotograaf. Ze waren ingeseind dat er een Nederlander op de fiets door de Indiase dreven fietste. Onder een verkoelende boom werd ik gevraagd naar mijn missie. "Mijn missie?" vroeg ik verbaasd? "Ik ben lekker aan het fietsen door India". "Ja maar je moet toch een statement maken?" benadrukte de journalist. "Iets met eco of zo, je hebt toch een heel milieuvriendelijk transport middel?". Ik mompelde iets dat ik wel graag zag dat ze iets tegen de lawaai vervuiling gingen doen. Ondertussen had de fotograaf een ijskoude fles water voor me gehaald en na het interview moest ik langszaam gaan fietsen voor de foto's. Morgen sta ik hier met mijn kop in de krant, jammer dat de tekst in het Bengali zal zijn, ik zal helaas nooit precies kunnen lezen wat er over me geschreven is.

In het dorpje waar ik nu logeer ben ik ook een grote uitzondering. Ik liep net even door de hoofdstraat en dan hoor ik overal om me heen het woord Holland vallen. Het lijkt of iedereen weet waar ik vandaan kom. Het guesthouse hier op de oever van de grensrivier is een film op zich. Omstandig werd me geleerd hoe ik het licht aan kon doen en weer uit. Schakelaar naar beneden, licht aan. Schakelaar naar boven, licht uit. Hetzelfde voor de ventilator. De deur van het balkon werd open en weer dicht gedaan om te laten zien hoe een deur werkt. Ook lieten ze me zien dat ik vanaf mijn balkon een overigens prachtig uitzicht heb op een kale vlakte van Bangladesh. De overbehulpzame beheerder heeft een glazen oog wat hij volgens mij een paar keer in de wasbak heeft laten vallen. Het straalt een soort blauw licht uit. De man richt al zijn pijlen erop om mij te helpen en volgde me zelfs de stad in omdat ze bang waren dat ik anders niets te eten zou vinden. Gelukkig kon ik hem afschudden en nu zijn ze beneden bezorgd dat ik niet goed gegeten heb. Maar dan kennen ze mij nog niet. Natuurlijk heb ik allang wat gevonden en lekker gegeten.


« Terug