Maden

08-11-2017
Het noorden van Cambodja oogt redelijk saai. Plat met wat bomen en struiken.  Langs de weg hier en daar langgerekte dorpjes met wat winkeltjes. Kinderen roepen 'hello' en honden  blaffen of rennen weg met de staart tussen de benen.

Ik eindig mijn dag in een dorp met de bijna onuitsprekelijke naam Choam Khsan.   Zoals veel dorpen en stadjes hier stelt het niet veel  voor.  Betonnen gebouwen, golfplaten daken. Winkeltjes die allemaal hetzelfde verkopen. Een groente markt. Maar gelukkig staat er een prima Guesthouse en word ik hartelijk ontvangen.

In een klein restaurant wordt kip gebarbecued.  Ik bestel een poot en word op hetzelfde moment uitgenodigd bij vier mannen aan een tafeltje. Ze reiken me een biertje aan en lachend zet eentje me het schaaltje maden voor die hier als borrelnootjes dienen. Zonder blikken of blozen pak ik er eentje en even later nog een, Ik stijg in hun achting geloof ik. Een tweede  biertje is mijn deel en bij vertrek blijkt de kip al betaald. En die maden? Daar is niks mis mee. Ze smaken prima en bovendien hebben we deze reis al spinnen, krekels en kakkerlakken gegeten dus ik ben wat gewend.

Na een lange nacht stap ik fris weer op de fiets. De mensen gaan hier vroeg naar bed dus doe ik dat ook maar. En ze staan vroeg op en dat doe ik iets later dus vandaar die lange nachten. Mijn ontbijt bestaat uit zo'n wekig bapao  broodje. Heel wat anders dan de luxueuze ontbijt buffetten die ik met de groep gewend was. Hier valt niet veel te kiezen. Even later fiets ik in zuidelijke richting over het asfalt.  De receptioniste zei nog dat de weg die ik wil gaan erg slecht is en ze raadde me de highway aan maar dat is 40 kilometer omrijden dus ik probeer het gewoon.

Een kilometer of 12 verder kom ik er achter dat ik de afslag naar Preah Vihear City heb gemist.  Volgens de kaart was die twee kilometer terug. Dus omkeren en inderdaad vind ik een afslag al mag het die naam niet echt hebben, Op mijn kaart een duidelijke weg, in werkelijkheid een karrespoor en na driehonderd meter eindig ik in een moeras. Dat wordt dus niks en er zit niets anders op dan terug te fietsen en alsnog de highway te volgen.

Het werd een warme lange rit. 120 kilometer waarvan een groot deel kokend asfalt. Gelukkig hier en daar een dorpje en een enkele keer vond ik zo'n overheerlijke icemilkcoffee.  Dat is een groot glas vol ijsblokjes overgoten met hele sterke, bijna stroperig dikke koffie en geconcentreerde gezoete melk. Een feestje iedere keer weer.

Laat in de middag kom ik aan in Preah Vihear. Kippen aan het spit lachen me toe. Hier zit minder vlees aan een halve kip dan bij ons aan een boutje  maar de smaak is prima. Bovendien heb je er langer plezier van want hij is zo taai als haar.

« Terug